Duurzaamheid

Gezonde en duurzame voeding van lokale leveranciers
De projectoverstijgende werkgroep ‘duurzame voedselketen’ richt zich specifiek op de realisatie van gezond en duurzaam voedsel voor cliënten en zo mogelijk op de productie met lokale leveranciers. Voedsel is bepalend voor onze gezondheid, leefbaarheid en milieu, maar voedselproductie is belastend voor het milieu. Dit wordt versterkt omdat in de meeste gevallen producten elders worden geproduceerd en over grote afstanden worden vervoerd. Het zorgt voor een hogere CO2-uitstoot en aantasting van het milieu. Voor veel mensen is er geen verband meer tussen de herkomst, de bereiding en het nuttigen van voedsel.

Daarnaast is het voor veel mensen niet gemakkelijk om gezond te eten, doordat ze bijvoorbeeld onvoldoende geld hebben om voedsel te kopen. Ongezond voedsel is veelal goedkoper dan gezond voedsel. Ook is er vaak sprake van gebrek aan kennis over wat gezond voedsel is en wat de gevolgen zijn van het eten van ongezonde voeding. Binnen de werkgroep 'duurzame voedselketen' zijn daarom drie experimenten gestart: 

1. Zelf koken met lokale producten
Door middel van het experimenteren met deels zelf koken met verse lokale producten ontdekken we of dit praktisch haalbaar is en of er voordelen worden ervaren ten opzichte van convenience food. We kijken daarbij naar kosten, versheid, smaak- en geurbeleving en voeding- en drankinname van cliënten. Bovendien wordt voedselverspilling gereduceerd. We willen zorgen dat er meer lokaal ingekocht kan worden; met een aantal contractpartijen en lokale bedrijven wordt gesproken over de realisatie van deze ambitie.

2. Voedselproductie als onderdeel van de zorg via een voedseltuin
Onderzoeken en praktijkervaringen laten zien dat voedselproductie als onderdeel van de zorg veel positieve effecten met zich meebrengt. Het bevordert een gezonde leefstijl, geeft toegang tot vers, duurzaam en lokaal geteelde producten en versterkt de sociale gemeenschap. In de meeste GZA-projecten bestaat de ambitie om een voedseltuin te realiseren waarbij dagbesteding voor mensen met een beperking en de verbinding met de lokale gemeenschap belangrijke functies zijn.
Binnenkort start een experiment met een eigen productietuin voor het GZA-project Delzijl-Noord. Vanuit deze productietuin wordt ervaring opgedaan met het produceren van eigen voedsel en het organiseren van sociale activiteiten. De andere GZA-projecten worden bij dit project betrokken, zodat ze dit ook op eigen locaties kunnen implementeren.

3. Lokale Eetwissels
Binnen de GZA-organisaties is de ambitie aanwezig om (deels) over te gaan naar lokale producten, maar er is ook onzekerheid over de logistiek, kwaliteit, leverzekerheid en kosten. We experimenteren met kleine lokale eetwissels waarbij een productgroep wordt vervangen door een product van een lokale aanbieder.

Ondernomen stappen:

• De maandelijkse snackdag bij de Hoven is uitgevoerd in samenwerking met Snackbar van de Toekomst waarbij uitsluitend gebruik is gemaakt van friet en snacks van lokale ingrediënten. Dit experiment wordt uitgebreid naar meerdere locaties van de Hoven, Cosis, De Zijlen en Zonnehuisgroep Noord.
• Cosis is in samenwerking met landbouwer Botmas een experiment gestart voor gezond en duurzame voeding.
  Voor de duur van een half jaar wordt wekelijks op vijf locaties een ‘bio-dag’ gehouden. Men eet dan aardappelen en groenten die lokaal en biologisch geteeld zijn en worden geleverd door Botmas. De maaltijd is bij voorkeur geheel plantaardig. Resultaten en bevindingen worden gedeeld binnen de werkgroep.
• Met leveranciers zijn afspraken gemaakt over het opnemen van producten (asperges, aardbeien) van Meinardi in het assortiment.
• Zonnehuisgroep Noord en Van Hoeckel hebben een afspraak gemaakt om tot meer maaltijden met lokale producten te komen.