Formele en informele zorg – hand in hand
Samen! Zo richten we de zorg van de toekomst in. Samen met zorgprofessionals, het netwerk en de omgeving van de cliënt. In een inspiratiebijeenkomst krijgen de aanwezige medewerkers van de zes zorgorganisaties van het GZA, inwoners, vrijwilligers en andere betrokkenen praktijkvoorbeelden, kennis en ervaringen aangereikt. Met het doel om binnen het eigen project of eigen organisatie aan de slag te gaan om de verbinding van formele en informele zorg een gezicht te geven.
Praat vandaag over morgen
Na de opening geeft Sjoukje Niehof, dagvoorzitter en programmamanager bij GZA/Lentis, het woord aan Karin van der Vries, bestuurder De Hoven en David de Jong, wethouder gemeente Eemsdelta. Zij starten met een film “praat vandaag over morgen” en daarna wisselen de aanwezigen een paar minuten de gedachten over morgen met elkaar uit. “Mijn moeder woont in een verpleeghuis en ik ga bij mezelf te rade gaat of ik dat op dezelfde wijze zou willen, voor mijn kinderen en de omgeving”, vertelt een aanwezige.
Anders denken, kijken en doen
Het perspectief in de zorg in deze regio verandert. Vergrijzing, ontgroening, lager opgeleiden, gemiddeld lager beoordeelde gezondheid en minder budget maken dat we straks uit minder arbeidskrachten kunnen putten. En voeg daarbij de aardbevingsproblematiek voor cliënt en zorgmedewerker. Alles opgeteld maakt dat zorg en welbevinden onder druk staan. Hoe gaan we dit dan doen? Kijk in je buurt, je netwerk en ook naar de wederkerigheid. Wat kan bijvoorbeeld de oudere voor een ander betekenen? Dat geeft immers ook betekenis aan het leven.
De werkelijkheid is dat de wijkzorg straks niet meer komt
Karin van der Vries
Vrijheid in proberen
“Veel mensen zijn zich nog niet bewust van de krapte in de zorg”, zegt David de Jong. Hij stuurt aan op het spreken van dezelfde taal, eenduidigheid in preventie en te denken vanuit positieve gezondheid. Kijk naar de mate van zelfredzaamheid van de cliënt en stimuleer dit, waar het nog kan. En heel belangrijk! Laat ieder in zijn eigen rol en waarde. Geef elkaar ruimte, de mantelzorger, de gemeenschap en de zorgprofessional. Geef ze de vrijheid om iets uit te proberen. “Juist initiatieven uit buurt of dorp moeten we positief tegemoet treden, want zij hebben draagvlak.”
Vrijwilligersbereidheid
Genoeg reden voor optimisme, vindt gastspreker Marcel Canoy, hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU. Bij nieuwe energie -uit nood geboren- gaan zaken veel sneller. “Wijzig eerst eens de naam van het Groninger Zorgakkoord in het Groninger Gezondheidsakkoord.” Want we handelen nog altijd vanuit zorglogica en systemen. Pas de menselijke maat toe. Een oudere met dementie heeft meer baat bij het organiseren van het leven dan bij zorg. We denken op basis van behoefte maar doe het vanuit aanbod. Een sociaal netwerk in een zorgzame buurt, daar gaat het om. Dat verkleint de eenzaamheid en laat mensen langer thuis wonen. En focus op de inzet van vrijwilligers. De bereidheid is onverminderd groot, het wordt alleen niet handig benut.
Samen met Elkaar
In Loppersum herkennen ze de slimme ideeën van Marcel Canoy. Marleen van der Werff, kwartiermaker, Annette Sins en Ipe van der Deen, vrijwilligers van de zorgcoöperatie (600 leden), spreken over hun dorpsgerichte aanpak Samen met Elkaar. Met daarbij de focus op informele zorg. Inmiddels is er een huiskamer in het dorpshuis gerealiseerd, een beleefhuis en een dorpsloket. Met een “menukaart” geven ze online aan wat er zoal te doen is. Ze koppelen de diensten van de vrijwilligers aan de behoefte. Maar het is niet alleen een succesverhaal. Het verbinden blijft een puzzel, mede door de verschillende financieringsstromen.
Gedroomde zorgzame buurt
Hoe moet de zorgzame buurt eruitzien? Burgers in regie met een overheid die op de achtergrond een dienende rol heeft. En wat zijn de obstakels? Financiering, onderlinge concurrentie, wantrouwen en gebrek aan coördinatie. “Budget wordt altijd als eerste geroepen maar geld is niet het probleem in de zorg”, vindt Canoy. In de laatste workshop worden mooie oplossingen aangereikt: maak gebruik van aantrekkelijke plekken zoals de bibliotheek, begin klein, laat iedereen meedoen zonder te stigmatiseren, maak een “spreidingswet” voor de werkplek van ambtenaren in buurthuizen en creëer projecten die zichzelf bedruipen.
Gebruik bijvoorbeeld de buurtapp voor vraag en ondersteuning aan elkaar
David de Jong
Dit ga ik morgen doen
De vier panelleden vertellen wat ze na vandaag gaan doen: onder andere het anders insteken van het werven van vrijwilligers; nog eerder bevragen en meer activerend. Ook kijken ze de kunst graag af in sterke wijken/dorpen en maken ze meer gebruik van elkaars (domein overstijgende) kennis. De initiatieven vanuit de burger, daar moet ook meer rekening mee gehouden worden. “Wat zien jullie als succesvol?”, vraagt Marcel Canoy tenslotte. “De coöperatie en samenwerking in Loppersum, de gezamenlijke voordeur in Winsum, maar ook de organisatie die haar medewerker tijd en ruimte geeft in het GZA-project.” Genoeg reden voor optimisme.